11 liet verkrijgen eener betere rooilijn in de Karnemelk- straat. (Zie liet rappoi't der bouwcommissie, opgenomen in do raadsuotnlen van 24 October 1891, B, n°. 2). De voorzitter vraagt of de raad zijne goedkeuring kan hechten aan het nader plan, dat ter visie heeft gelegen f De heer Van Hal zal niet reageeren tegen een reeds ten halve genomen besluit in de vorige vergadering, doch kan zijne stem aan het plan niet geven. Spreker is het eens met de zienswijze, door den heer IIeijlaerts in de vorige vergadering geuit, dat het voorgedeelte van het terrein moet open blijven, als bevorderlijk aan het behoud van meer lucht en licht. In rechtlijnige straten ziet spreker geen verfraaiing. Nu is het wel waar, dat eenig finantiëel belang aan den verkoop ver bonden is, maar dat mag niet het zwaarste wegen. Rechtens ook mogen de omwoners al niet kunnen eischen, dat hun licht niet bebouwd worde, maar de billijkheid hebben zij aan hunne zijde. Waar grachten gedempt worden, is altijd het belang der omwoners ge respecteerd. Spreker verzoekt acte in de notulen, dat hij zich verklaard heeft tegen het plan. Do voorzitter betoogt uit de stukken dat den omwo ners geen rechten ontnomen worden. Er wordt gere serveerd een strook grond ter breedte van twee meter tusschen hetgeen bestaat en het nieuw te bouwen huis. De heer De Booy begrijpt de bezwaren van den heer Van Hal niet en meent dat de zaak in principe reeds beslist is. Spreker apprecieert Avat gezegd is in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 11