142 van dezen Raad op een verzoek om kosteloozen afstand van grond voor eene begraafplaats, thans verzoekende voor dat doel in koop af te staan een stuk grond, gelegen ten oosten van de algemeene begraafplaats aan den Zuidoost-Buitensingel, ter lengte van 38 M. aan de straatzijde en ter diepte van de op dat terrein bestaande sloot, onder voorwaarden en tegen den prijs, als door liet verzoekend bestuur met de gemeente zal worden overeengekomen. Op voorstel des voorzitters wordt be sloten, dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter line van proeadvies. tl). Missive van burgemeester en wethouders van Breda, dato 8 April 1802, n". 348, daarbij, naar aan leiding van het door den heer dr. Straub uitgebracht rapport in zake bet drinkwater uit de openbare pompen in deze gemeente, de voorstellen doende, vervat in het bijgevoegde rapport van den heer gemeente architect met te kennen geven, dat de kosten van de aan te brengen veranderingen aan een deel dei- pompen en het maken van nieuwe putten wel worden begroot op 2322,25, doch dat de aard van het werk eene nauwkeurige becijfering hoogst moeielijk maakt, waarom wordt voorgesteld tot het uitvoeren der voor genomen werken .een crediet te openen van 3000. De heer Guljé licht dit onderwerp toe, waarna de heer Heijlaerts vraagt, of met artesische putten Nortonpompen bedoeld worden. Bij de eerstbedoelde antwoordt de beer Gr uk wordt een ander systeem gevolgd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 142