•147 De lieer De Boon zal op dezelfde 'gronden als door den heer Rombouts zijn ontwikkeld, tegen stemmen. Het is spreker voorgekomen, dat Scheren opzettelijk in dienst is gehouden, om hem, nevens het staatspensioen, een pensioen uit het daartoe strekkend gemeentefonds te verzekeren. Het moge niet parlementair zijn te spreken van een versleten lichaamsgestel, genoeg, het is geschied, en mede is door den brigade-commandant Prins verklaard, dat Scheren ongeschikt voor den dienst was geworden. Waarom vraagt spreker heeft men zich indertijd niet van dien toestand vergewist De heerHeijlaerts kan niet ontkennen, dat hij met eenige verwondering beide sprekers heeft aan gehoord. Ook spreker heeft inzage gehad van de stukken, maar hem is gebleken, dat Scheren een eervol verleden heeft. De bedoelde persoon was wachtmeester der maréchaussee te paard en bekwam als zoodanig zijn vervroegd volledig pensioen. Al kon hij te paard geen dienst meer doen, voor diensten te voet was hij nog wel geschikt. Scheren is geweest een actief ambtenaar, gelijk spreker meermalen heeft waargenomen. En nu komt het hem voor, dat op grond van de gehoorde redeneeringen, niet het pen sioen mag onttrokken worden aan een man, die meer dan tien jaren goede diensten heeft bewezen en al moet dit buiten aanmerking blijven eene familie te ondersteunen heeft. De heer Mathon verklaart zich te vereenigen met de conclusie van het rapport. Scheren is iemand die een schoon verleden heeft en ook steeds zijn taak bij de gemeente uitnemend vervuld heeft. Enkel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 147