151 2. Biief van de Commissie van beheer der gemeente- gasfabriek alhier, dato 7 Maart 4892, betrekkelijk het geven van bestemming aan het terrein met werk plaatsen, kantoor en woningen van de gemeentewerf op den hoek der Dwarsstraat en West-Binnensingel, grenzende aan de gebo+iwen en het terrein der gas fabriek, omschreven in de notulen van dezen raad van 12 Maart 1892, n". 40. De heer Teijchiné vraagt eenige inlichting omtrent het terrein dat bij de gasfabriek in gebruik komt, welke inlichting spreker door den heer Guljé ver strekt wordt. De heer De Booij ziet in het toekennen van vrije woning aan den boekhouder der gasfabriek eene blinde verhooging van zijne jaarwedde. Spreker vraagt of hij nog tijdelijk ambtenaar is of niet. Zoo ja, dan diende hij definitief benoemd te worden, opdat hij bijdrage in het pensioenfonds, gelijk de heer Rom bouts reeds in eene vorige zitting aanbevolen heeft. De heer Guljé zegt, dat de bedoelde boekhouder nog steeds tijdelijk in functie is, maar dat de com missie voor de gasfabriek kan in overweging nemen om hem definitief aan te stellen. De voorzitter vraagt, of de heeren over1 het onder- werpelijke punt wenschen te stemmen, of wel zich daarmede kunnen vereenigen. Niemand voert het woord. Wordt vervolgens zonder hoofdelijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 151