154 doch dat die strekt ter bekoming eener zitplaats, die men in andere bijeenkomsten eerst betaalt, wanneer men is binnen getreden. De heer Matiion zegt, dat de reden, waarom bij zijne vraag gesteld heeft, is, dat hem ter oore was gekomen, dat het niet inroepen van de lml]) der schutterij daaraan was toe te schrijven, dat zij niet vertrouwbaar was. Het tegendeel is thans gebleken en spreker bedankt den voorzitter voor de hem ge geven inlichtingen. De heer Heijeaerts wenscbt mede eene vraag te doen buiten de orde van den dag. Het vereisebte verlóf daartoe verkregen hebbende, vraagt spreker, of er geen mogelijkheid zou bestaan om te beletten dat personen plaats nemen op hon denwagens. Dé voorzitter antwoordt, dat dit een onderwerp is, wel vatbaar om een punt van overweging uit te maken bij dé in bewerking zijnde herziening der algemeene politie-verordening dezer gemeente, maar dat het punt thans niet geregeld is. Dé heer Heiji.aeuts verklaart zich bij dit antwoord neer te leggen. ALsnu gaat de vergadering over in eene met ge sloten deuren. Na heropening dér openbare zitting wordt besloten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 154