174 sporen komen gaten; dan wordt dit weer met grint hersteld, maar zoo doende wordt de weg te rond. De architect schijnt dienaangaande zijne ideeën te hebben en te behouden, ofschoon hij meermalen daarop opmerkzaam is gemaakt. Als dat zoo blijft, moeten hem maar bevelen gegeven worden. De beer Rombouts gevoelt spijt, dat als den architect, gelijk de heer Van Mierlo opmerkt, wenken zijn gegeven, daarmede bij de aanbesteding geen rekening- is gehouden. Om te voorkomen dat dit niet weer gebeurt, ge'ft spreker in overweging, te bepalen, dat voortaan den aannemer de verplichting worde opgelegd de grint, zoover die niet onmiddelijk noodig is, ergens te bergen. De heer- De Booij, herinnerende aan het gesprokene door den voorzitter, dat de architect niet van zijne zienswijze is terug te brengen, verklaart dat niet te begrijpen, en wijst o.a. nog op den toestand van de Hendrikstraat. Wel diende de architect tegemoet te komen aan den wensch, om den weg op betere wijze te begrinten, dat ook reeds bi) de behandeling der gemeente-begrooting besproken is. De beer Nelissen gevoelt leed, dat grievende woorden gebezigd worden over een verdienstelijk ambtenaar. Niet bestaat de ondervinding zegt spreker dat de architect zijne denkbeelden doorzet tegen den wensch van bet dagelijksch bestuur. De meening van den architect kan zijn, dat de raad niet gaarne de kosten van begrinten over twee jaren verdeelt, of wat anders ook. Intusschen zullen gaarne den architect de noodige wenken gegeven worden, die ongetwijfeld door hem zullen opgevolgd worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 174