'M
van Hal, zoodat tot lid van het burger
lijk armbestuur dezer gemeente ophieuw
is benoemd de heer J. A. J. W. van
Hal, en zulks voor den gewonen tijd
van zitting.
m
9. Missive van burgemeester en wethouders van
Breda, dato 10 Mei 1892, N". 495, daarbij, bij de
periodieke aftreding op 1 Juni 1892 van den heer
mr. J. W. ,1. van Mierlo, als regent van het Oude-
Mannenhuis alhier, ter voorziening in die vacature
aanbevelende de heeren
Mr. J. W. J. van Mierlo,- aftredend lid, en
G. N. Laurijssen, kassier te Breda.
Wordt overgegaan tot stemming met gesloten
briefjes.
Er blijken te zijn uitgebracht 16 stemmen.
De heer mr. J. H. van Mierlo was buiten stem
ming gebleven.
Na lezing der stembriefjes door den
voorzitter, blijken deze alle te bevatten
den naam van den heer mr. J. W. J.
van Mierlo, zoodat tot lid van het
Oude-Mannenhuis alhier opnieuw is be
noemd de heer mr. J. W. J. van Mierlo,
en zulks voor den gewonen tijd van
zitting.
10. Missive van burgemeester en wethouders van
Breda, dato 12 Mei 1892, N". 478, luidende als volgt:
»Toen de eerste-oproeping voor eene onderwijzeres