492 )>aan de openbare meisjesschool alhier (vacature mejuf- »frouw Prévöt) had plaats gehad, deden zich slechts «twee sollicitanten op, te weten Mej. E. Groothoff, «te Gouda, en mej. J. H. Adriani, te Zierikzee. »Na verzending der stukken aan den heer arrondis- «sements-sehoolopziener, trad deze wel idet ons in «overleg omtrent de voordracht der candidaten, doch «herinnerde, dat op de voordracht minstens drie «bevoegden moesten voorkomen. «Daarop heeft eene tweede oproeping plaats gehad, «waarvan het gevolg is geweest, dat eene derde can- «didate zich heeft aangemeld. «Vervolgens is opnieuw overleg gepleegd met den «heer arrondissements-schoolopziener, na ingewonnen «bericht van het hoofd dei' school, zoodat wij thans «in staat zijn, ter benoeming van eene eerste onder- «wijzeres aan de openbare Meisjesschool alhier, U «voor te dragen «1°. Mejuffrouw E. Groothoff, te Gouda; «2°. J. H. Aüriani, Zierikzee, en «3°. 1. G. Lubach, Oosterbeek. «De noodige stukken worden hierbij overgelegd". De heer Van Dam stelt voor, alsnu niet tot de benoeming over te gaan, maar in de tweede helft van Augustus, wanneer de examens zijn afgeloopen, eene nieuwe oproeping te doen. Er zijn toch slechts drie sollicitanten, van wie eene nog hare stukken heeft teruggevraagd. Bezwaar meent spreker kan tegen zijn voorstel niet zijn, omdat weldra de vacantie intreedt en nadien in de vacature kan voorzien zijn. De heer Heijlaerts zou het voorstel kunnen goed keuren, als er zekerheid bestond, dat een grooter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 192