204 «van gemeente-eigendom concurrenten zijn, »het niet aangaat, het gebruik van dieneigen- »dom in onderhandsche pacht te gunnen, «vooral niet, waar, zooals hier, door een ander «een hooger hod gedaan is, dan waarvoor Schets «de verpachting voor zich zou willen verkrij- »genin de tweede plaats niet omdat de «bedreiging van /'500 te vorderen is volkomen «ongejustificeerd, en Schets, die verplicht is «het bedrag der bij hem geledene schade te «bewijzen, wel in gebreke zal blijven, het bewijs «te leveren dat dit 500 bedraagt. «Uwe commissie vermeent, dat een bod van 100 voor schadevergoeding alleszins is satis- «factoir. «Wanneer men toch inziet de voorwaarden «van verpachting en van het tarief voor trek- «loon daarbij bepaald, dan blijkt dat voor een «geladen vaartuig van Breda naar Terheijden «met één paard mag gevorderd worden 1.75 «en van Terheijden naar Slikgat 1.50, dus «te zamen ƒ3 25; voor een vaartuig met twee «paarden van Breda naar Terheijden /'2.50 en «van Terheijden nacr Slikgat ƒ2.20, dus te zamen 4.70. Nu moge het al een enkele maal «gebeurd zijn, dat een ander, in strijd met het «verpacht exclusief recht, op of af de rivier «gesleept heeft, maar het bewijs dat zulks «twintig maal heeft plaats gehad, zal wel ver- «moedelijk door Schets niet te leveren zijn. «Uwe commissie herhaalt, dat naar haar oor- «deel een aanbod van ƒ100 volkomen voldoende «is, en zij is van meening, dat hij eenè daar «te stellen transactie geen hooger bod mag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 204