'206 sDat concept, geldende voor eene onderhand- ssche verpachting, waarvan volgens Uwe com- »missiegeen sprake moet zijn, houdt in als voor- »werp dat verpacht wordt, de gebouwen, die van »ouds met het jaagpad zijn verpacht, benevens het »grasgewas, onder verplichting van den pachter, »om schepen of vaartuigen de rivier op- en »af te slepen, en voorts onder andere voor swaarden voor den pachter. »Het oogenblik is echter nog niet daar. om ste onderzoeken, of de Raad zich met die s voorwaarden vereenigen kan, dewijl vooraf suit den weg zullen moeten worden geruimd sde onzekerheden die er bestaan voor het recht sten aanzien van de in huur of gebruik af te sstane gehouwen, de woning metstal, staande ste Slikgat onder Prinsenhage, gemerkt 1), snummer 158 en het jaagschippershuis met sstal en schuur onder Prinsenhage, nabij het sdorp Terheijden, gemerkt 1), N°. '240. s Volgens copiën van onderhandsche acten en sschriftelijke verklaringen aan de commissie sovergelegd, staan die gehouwen geheel of sgedeeltelijk op gronden van anderen, onder sgoedkeuring van deze, en tegen zekere ver- splichtingen voor de gemeente. Wenschelijk skomt het der commissie voor, dat alvorens tot seen openbare verpachting worde overgegaan svoor de gemeente een zekerder recht op die sgronden verkregen worde en burgemeester en wethouders worde opgedragen zich te dien aan- szien met de betrokken eigenaren te verstaan. s Ten aanzien van sub. N°. 5 den brief van smr. Smits van 4 Mei 1892.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 206