'208 »nader aan te duiden tijdstip tot de openbare «verpachting zal worden overgegaan »dat burgemeester en wethouders worden ver- «zocht en gemachtigd om te onderhandelen »met de eigenaren van den grond waarop de «hiervoor omschrevene gebouwen staan, ten «einde een onbetwistbaar recht op dien grond «te verkrijgen «dat aan mr. Smits geantwoord worde, dat «er geen termen hoegenaamd zijn. om aan »G. van Unniic eenige restitution te doen; «dat aan Gedeputeerde Staten worde toegezon- «den afschrift van het rapport dezer commissie «van 8 Augustus 1891 en hun tevens inlichting «worde gegeven omtrent de onzekerheid van «recht voor de gemeente op den grond, waarop «de vooraangeduide gebouwen staan." Aldus door Uwe commissie gerappor teerd en geadviseerd den 21st0" Mei 1892. A. PELS RIJCKEN, rapporteur. J. H. VAN M1ERLO. M. VAN DAM. F. MATRON. De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid haren rapporteur voor het schoone rapport, en vraagt, of de Raad kan hesluiten de conclusiën daarvan aan te nemen. Niemand bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 208