210 «missive vermeldt, dat het huis van bewaring «omstreeks één Augustus en het rechtsgebouw «omstreeks één Februari a. s. zal worden in «gebruik gesteld, zoodat de commissie adviseert «dat de Raad moge besluiten, dat daartoe zoo «spoedig mogelijk worde overgegaan." Aldus gerapporteerd in de raadsver gadering van 21 Mei 1892. J. H. VAN MIERLO, voorzitter. F. BACKER. ED. GULJÉ. De voorzitter dankt de commissie en inzonderheid haren rapporteur voor bet uitgebracht verslag, en vraagt of de Raad zich met de conclusie daarvan vereenigen kan. Niemand bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten, met bepaling dat de noodige wijziging der begrooting aan Gedeputeerde Staten zal worden voorgedragen. 4. De beer Van Mierlo zegt, dat in handen der Bouwcommissie zijn gesteld het bestek en de voor waarden, waarnaar zal worden aanbesteed bet afbreken van twee pakhuizen en het bouwen van kantoor voor den meesterknecht, benevens werkplaatsen en maga zijnen voor de gemeentewerken in de Karnemelkstraat, en deelt mede, dat liet onderzoek dier stukken niet tot bemerkingen heeft geleid, weshalve de commissie voorstelt de aanbesteding volgens die voorwaarden te doen plaats hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 210