'214
Aldus geadviseerd door burgemeester
O O
en wethouders in de raadszitting van
21 Mei 1892.
VAN AKEN, loco-burgemeester.
A. R. VERMEULEN, secretaris.
De heer De Booij heeft met belangstelling de
lezing van het advies van burgemeester en wethouders
gevolgd, doch niet één enkel argument gehoord, dat
zijn werk afbreekt. Het geldt hier zoo zegt spreker
o. a. in zijne uitgebreide rede een rekenplichtig
ambtenaar, die door den Raad behoort te worden
aangesteld. Een politiedienaar het is ook laatstelijk
te 's-Rosch gebleken is als zoodanig niet tot
marktmeester benoembaar, noch door d en burgemees
ter noch door burgemeester en wethouders. Na verder
betoogd te hebben, dat alzoo de benoeming van een
marktmeester alhier in den persoon van een politie
dienaar, door burgemeester en wethouders, niet
gewettigd kan zijn, wijst spreker er op, dat alle'reken-
plichtige ambtenaren borgtocht stellen en ook den
marktmeester dezer gemeente, gelijk elders, die ver
plichting behoort opgelegd te worden. Op dien leest
nu verklaart spreker zijn werk geschoeid te
hebben, zooals den raadsleden uit de hun geworden
afdrukken van zijne ontwerp-verordeningén wel zal
gebleken zijn. Voorts zegt spreker het geheele
onderwerp, te weten de dagelij ksche markt en de
kermis en najaarsmarkt, in ééne verordening saam-
gevat te hebben en te wenschen dat er zal zijn één
definitieve marktmeester voor alle markten, te benoe
men door den Raad, en wel buiten het politie-personeel
waarover de Raad niet te beschikken heeft.