247 spreker eene llétrissure voor de personen, thans met de invordering belast. Spreker verzoekt stemming. De heer Dk 1 >001.1 toont zich gevoelig over liet laatst gesprokene door den vorigen spreker, en zegt, dat van een llétrissure geen sprake zou zijn, als weder zaken van personen gescheiden werden. Voor zich verklaart spreker enkel de moeite tot het be werken van nieuwe verordeningen opgelegd te hebben, in het belang der gemeente. Maar, eindigt spreker, met het laatste voorstel is dat van den lieer Ro.Misov'l's niet ter zijde geschoven. De heer Rombovts stelt nader in het licht, dat de bestaande verordeningen wijzen op twee verschillende personen, doch dat er slechts één marktmeester moet zijn. Spreker doet vervolgens het volgend voorstel »J)e llaad van oordeel, dat liet wenschelijk is een «delinitieven marktmeester aan te stellen, noodigt «burgemeester en wethouders uit daartoe eene «oproeping te doen en uit de sollicitanten eene «aanbeveling van twee personen op te maken »en den Raad aan te bieden." De heer 1'ki.s Rijckkx zegt, dat alleen dit daarte gen is, dat er een marktmeester bestaat, door bur gemeester en wethouders aangesteld: en 1111 gaat het niet aan, voegt spreker er bij, de voorgestelde oproe ping te doen, terwijl de marktmeester nog in functie is. De heer Dk Room herinnert, dat de tegenwoordige titularis slechts lijdelijk benoemd is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 217