leggen van een inventaris der beleende panden, bij de
jaarrekening der Rank van Leening.
De heer Romhot ts zegt, dat door hem in de vorige
vergadering Leiden genoemd is, maar dat dit Nijme
gen moést zijn. Die rectificatie wenscht spreker te
doen, ofschoon zij niets ter zake afdoet. De tijd die
sinds verloopen is, heeft spreker zich gaarne ten
nutte gemaakt om de zaak te onderzoeken en te
formuleeren. Allereerst leest spreker daarop voor hét
volgend voorstel
»De administratie der Bank van Leening te ver-
«zoeken, voortaan de jaarlijksche rekening en
«verantwoording te doen vergezeld gaan van
«eenen inventaris van alle op het einde van het
«dienstjaar in de Bank aanwezige panden, waarbij
«zij doet blijken, dat de panden, die volgens de
«registers in de Bank aanwezig moeten zijn, bij
«het opmaken van den inventaris werkelijk voor
shanden zijn bevonden, terwijl dit voor de eerste
«maal zal geschieden over het dienstjaar 1893."
Spreker adstrueert daarop breedvoerig dit voorstel.
Opzettelijk is het jaar 1893 genoemd, omdat in 1892
bij de verwisseling van directeur een inventaris"
gemaakt is en alzoo het werk over dat jaar een
sysyphus-arbeid zijn zou. Ook is 1893 genoemd,
omdat intusschen de gelegenheid zal bestaan om de
inrichting der Bank naar behoefte te wijzigen. Con
trole kan nooit te streng zijn. Zij is zelfs eene wel
daad voor de ambtenaren, want het is eene waarheid,
dat de gelegenheid vaak dieven maakt. In Nijmegen
is de controle zeer gemakkelijk. Men rangschikt de
panden naar het daarop voorgeschoten bedrag, b. v.