235
doen eener vraag aan burgermeester en wethouders,
ter zake van een onderwerp vreemd aan de orde
van den dag.
Dat verlof verkregen hebbende, zegt spreker, dat
zooals bekend is, de pers het publiek vergast heeft
op de mededeeling, dat het verbeteren der pompen
en het maken van putten, waarvoor eene som van
3000 dooi' den Raad is toegestaan, aan vreemde
handen is toegewezen. Wanneer er onderhandsche
besteding heeft plaats gehad, dan moeten bij burge
meester en wethouders wel bijzondere redenen bestaan
hebben om van de openbare aanbesteding af te wijken.
Heeft alzoo de besteding onderhands plaats gehad,
dan wenscht spreker te vragen, of er in eigen gemeente
niemand was om daaraan deel te nemen?
De voorzitter ontkent, dat iemand in Breda te
vinden is, die zoodanig is ingericht om liet werk
naar behooren uit te voeren. Thans geschiedt het
werk door iemand uit Giessendam, die het goed en
goedkoop zal verrichten.
De heer Klep spijt het zulks te moeten hooren en
protesteert tegen de verklaring van den voorzitter.
Dat protest doet niets af meent de voorzitter.
De heer Rombouts gelooft dat, als men een weinig
de zaak overweegt, het verstandig van het dagelijkscli
bestuur zal geoordeeld worden, iemand het werk toe
te vertrouwen die het kent. Wanneer het aanbesteed
was, dan moet men werken naar vooraf gestelde
regels, maar nu kan telkens rekening gehouden worden
met de omstandigheden. De persoon uit, Giessendam,