«Het recht van benoeming evenwel van een «marktmeester voor de kermis en jaarmarkt heeft t>de Raad behouden. En al oefent de tegenwoor- «dige titularis beide functiën uit, voor die van «kermis en jaarmarkt mist hij de benoeming van «den Raad. «Twee marktmeesters kunnen of althans zeer «zeker hehooren er niet te zijn. Een politie-beambte «is als zoodanig niet benoembaar, noch door «den burgemeester, die het recht van benoeming «mis/, noch door den Raad of burgemeester en «wethouders, die niet beschikken kunnen over «het pohtie-perséneel. «Ondergeteekende staat alzoo voor de be- noeming van één marktmeester, en wel zijne «benoeming door den Raad, omdat hij valt in «de termen van art. 145 der gemeentewet, en «hij bovendien is een ambtenaar, belast met de «inning van gelden voor de gemeente. «Met opzet is de datum van '1 Januari 1893 «gekozen, omdat eene tijdelijke benoeming moet «geacht worden te geschieden voor één dienstjaar «en de tijdelijk hiermede belaste ambtenaar zijne «betrekking tot genoegen van burgemeester en «wethouders waarneemt. Toelichting op voorstel 9. «De tegenwoordige marktmeester heeft zijne «instructie van burgemeester en wethouders, die «hem tijdelijk benoemd hebben. Wordt hij door «den Raad benoemd, dan behoort de Raad hem «zijne instructie te geven, waarin dan kan opge- «nomen worden, dat hij eenen bepaalden borg- «tocht zal te stellen hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 244