MG »Qok hierdoor wordt de blijvende rechtsgeldig heid der bestaande verordening niet geschaad, »noch verkort. Breda, 5 Juni 1802. W. G. TT. ROMBOUTS, Raadslid. De voorzitter stelt voor liet voorbe doelde stuk bij den Raad in circulatie te stellen, waartoe besloten wordt. .3. Adres van mr. W. Ingen-Housz, dato 17 Mei 1802, daarbij te kennen gevende, dat door hem van de gemeente is gekocht een gedeelte gemeentegrond van de gedempte Oude Vest, deel uitmakende van liet perceel, kadastraal bekend sectie A, N°.[449; met verzoek vergunning te willen verleenen om op voor melden grond eene kamer met verdieping van steen te mogen bouwen op de voorwaarden, die de Raad zal vaststellen. Daarop wordt gelezen Tiet bereids te dier zake door burgemeester en wethouders ingewonnen advies van den gemeente-architect, dat is van den volgenden inhoud: »Om daarop te dienen van bericht en advies «werd door U.E.A. in mijne handen gesteld een «adres aan den Raad dezer gemeente van den «lieer mr. W. Ingen-Housz, advocaat-procureur, «wonende alhier, vergunning verzoekende om «op een deel van den onlangs door hem van «de gemeente aangekochten grond van de ge- «dempte Oude Vest achter zijn huis in de Karne- «melkstraat eene kamer met verdieping, in steen, «te mogen bouwen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 245