„En ons voorbedoeld vermoeden bleek niet „onjuist te zijn. „De heer ontvanger, die over deze zaak met „den heer Minister van Financiën was in brief wisseling getreden, meldde ons bij brief' van „6 Juni 1892 o. a. het volgende: „De oorzaak van de niet-betaling der huur penningen sedert 4881 is gelegen in de om standigheid, dat de toenmalige ontvanger der „Registratie en Domeinen in zijn memoriaal „den voor den huurprijs geboekten post heeft „doorgehaald, met verwijzing naar de acte van „11 April 1881, waarbij de gemeente de lunet „R heeft gekocht en aan deze eerst nu ontdekte „vergissing is toe te schrijven, dat niet vroeger „is aangedrongen op betaling van den huurprijs. „Zelfs zal eene voldoening van den huurprijs „over 2 September 18811 September 1882, „welke zeker wel door de gemeente zal zijn „aangeboden, door den ontvanger, op grond der „voorschreven vergissing zijn geweigerd, met „welke weigering van wege de gemeente zonder „nader onderzoek genoegen zal zijn genomen." „Het gebouw in lunet A, waarvan hier sprake „is, was bij de gemeente in huur als bergplaats „voor petroleum, welke bergplaats in 1891 naar „het terrein der mestvaalt is overgebracht. „De gemeente heeft alzoo werkelijk het gebruik „gehad van het gebouw en zou ongetwijfeld, „zonder dat de voorschreven vergissing ware in „den weg getreden, het door haar verschuldigde „jaar aan jaar betaald hebben.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 259