262 Spreker kan op dit punt van ondervinding spreken en zou bijgevolg wel iets willen gedaan zien in het belang van adressanten. De heer Van Mierlo gelooft, dat de architect reeds bezig is met het werktuig tot hardmaking van den weg. Althans spreker heeft de rol in werking gezien. Niemand meer het woord verlangende, stelt de voorzitter voor, overeenkomstig het advies van het dagelij ksch bestuur, afwijzend op het verzoek te beschikken, waartoe besloten wordt. 13. Missive van burgemeester en wethouders van Breda, oato 20 Juni 1892, N°. 598, daarbij, ter voor ziening in de vacature van een lid van het burgerlijk armbestuur dezer gemeente, ontstaan door het ovei- lijden van den heer C. J. Marijnen, aanbevelende de heeren J. M. Marijnen en P. L. Faes. en zulks voor den tijd, dat de heer C. J. Marijnen alsnog zitting zoude gehad hebben. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 14 stemmen, waarvan ver krijgen de heeren: J. M. Marijnen 11, W. Vermeulen 2, en P. L. Faes, 1.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 262