•21 i!) „dan komt het mij voor, dat de tijd niet ver „meer verwijderd is, dat ook alhier tot het op dichten van eene openbare slachtplaats zal. moeten „besloten worden en wellicht is binnen deze „gemeente geene gunstiger plaats daarvoor te „vinden dan de tegenwoordige algemeene be- „graafp'aats met, aanliggende gemeente-eigen- „dommen. „Op grond van 'het bovenstaande heb ik de „eer in overweging te geven den gemeentegrond, „liggende bij de algemeene begraafplaats, voorals- „nog niet te vervreemden." De gemeente-architect. O. LAMERS. De voorzitter stelt voor, afwijzend op het adres te beschikken. De heer Rombot ts verklaart zich daarmede wel te kunnen vereenigen, maar wenseht, naar aanleiding der in het advies vervatte beschouwingen, hetjdage- lijksch bestuur uit te noodigen, diligent te zijn om te trachten elders grond te verkijgen tot het ver plaatsen der eigen begraafplaats van de gemeente. Nadien wordt overeenkomstig het voor stel des voorzitters besloten. 2. Stukken ter zake van de rijksbijdrage in de kosten van het lager onderwijs. Deze zaak, welke vergezeld gaat van i<> bijlagen, wordt door burgemeester en wethouders voorgedragen in liet volgend schrijven:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 269