'270
„ln 1886 en 1887 werden door de gemeente
„aangekocht
„lu. hovenierswoningen enz. aan de
Boschstraat tot een bedrag van f 7020
„2'. een huis aan de Boschstraat, wijk
D, N°. 252, tot een bedrag van - 7200
14220
„Te dier plaatse is gesticht eene tusschenschool
„met onderwijzerswoning, welke stichting in 1880
„voltooid werd.
„In 1890 werden ter bekoming der rijksbijdrage
„declaratiën ingezonden, zoowel van den bouw
„der school aan de Boschstraat met de daartoe
„aangekochte eigendommen, als van den bouw
„der meisjesschool aan de Bindstraat, ten ge-
„zamelijke bedrage van 48958,40, waarvan 80"
„is f 14687,52-.
„Het verantwoorden der kosten van schoolbouw
„in de rekeningen van de jaren 1888 en 1889
„had ten gevolge, dat over 1888 der gemeente
„méér dan gewoonlijk werd toegerekend 4882,29,
„maar doordat mede het vorenstaande bedrag
„van f 14687,52 werd terugbetaald, had van een
„deel der kosten dubbele vergoeding plaats.
„Het spreekt van zelf dat, wat zoodoende te
„véél genoten was, op een volgend dienstjaar
„zou verhaald worden.
„En dat is geschied door inhouding van bet
„voorschot op '1891, te weten bet 8de en 4de
„kwartaal.
„Alsnu moeten wij weer teruggaan tot den
„bovenvermelden aankoop in 1886 en 1887 van
„de hovenierswoningen en het huis aan de
„Bosch straat,
