282 De heer Mathqn vraagt, of dan die bepaling ook niet op den heer Derksen had moeten toegepast worden. Waarop de voorzitter antwoordt, dat die leeraar nog niet definitief benoemd is. Vervolgens vraagt de voorzitter of de Raad zich met het voorstel van burgemeester en wethouders vereenigen kan. Niemand der leden bedenking te ken nen gevende, wordt besloten den heer J. A. M. Rijk definitief als leeraar in het Hoogduitsch aan de Hoogere Burger school alhier te benoemen op de aan die betrekking verbonden jaarwedde van f 1150, onder voorwaarden, dat deze benoeming moet gerekend worden te geschieden per cursusjaar en de be noemde, bij eventueele aanvrage om eervol ontslag, het verzoek daartoe drie maanden vóór liet eindigen van een cursusjaar en op geen ander tijdstip des jaars behoort in te dienen, alsmede dat de benoemde zijne woonplaats zal moeten hebben in deze gemeente. 5. Missive van het College van curatoren van het Gymnasium alhier, dato 24 Juni 1892, houdende te kennen geven, dat dit college geen bezwaar maakt om de leeraren J. A. M. Rijk. en J. F. Corstens, die slechts tijdelijk zijn benoemd, definitief aan het Gymnasium te verbinden; er bijvoegende, dat hunne

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 282