287 «waardoor ook zal worden tegemoet gekomen aan «liet verlangen van de Gedeputeerde Staten. »En wat de vraag betreft: Wie de kosten betalen »moet? zijn burgemeester en wethouders van oordeel »dat die moeten komen ten laste Van den ontvanger, «omdat wanneer hij zijn borgtocht bad moeten stéllen »door inschrijvingen op het grootboek of hypothecaire «inschrijvingen, ook daarvan de kosten te zijnen laste «zouden gekomen zijn." De voorzitter vraagt, of de Raad zich met het voorstel van burgemeester en wethouders vereenigen kan. De heer Sassen meent, dat de kosten bezwaarlijk ten laste van den ontvanger kunnen gebracht worden, daar deze wel zijn borgtocht stort, maar de gemeente eigenlijk de gelden deponeert. Nu zijn de kosten f 30, maar wie waarborgt vraagt spreker dat die niet hooger zullen worden? De voorzitter wijst op de motieven, waarop burge meester en wethouders ook dit punt van hun voor stel gegrond hebben. De heer Sassen doet opmerken, dat z. i. de gemeente waarborg neemt voor zich zelve. De voorzitter herneemt, dat liet deponeéren der gelden bij de Nederlandsche Dank verlangd wordt door Gedeputeerde Staten en ook dezen de kosten willen gebracht zien ten laste van den ontvanger. De heer Rombouts kan liet gemaakte bezwaar niet deelen om de besproken kosten ten laste van den ambtenaar te brengen. Werd door de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 287