Den 6. Augustus 1892.
9
Tegenwoordig de heeren: VAN HAL, VREEDE,
MATRON, SASSEN, NELISSEN, GUL JÉ, TEIJCHINÉ,
KLEP, VAN DONGEN, VAN DAM, VAN MIERLO,
HE1JLAERTS en VAN AKEN.
Afwezig de heeren: DE MAN, burgemeester,
BACKER, PELS RIJCKEN, DE BONT en ROMBOUTS,
de drie laatstgenoemde heeren met schriftelijke ken
nisgeving.
Open één zetel.
Het voorzitterschap wordt waargenomen door den
heer wethouder VAN AKEN.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
van den 16den Jnli 1892 worden gelezen en goed
gekeurd.
De voorzitter verzoekt den secretaris voor te lezen
het volgend schrijven van het raadslid den heer
J. F. de Booij:
»De ondergeteekende heeft de eer aan uwen Raad
«mede te deelen, dat hij, daartoe verplicht, op grond
»van art. 25 der gemeentewet, heeft opgehouden lid
»van nwen Raad te zijn.
«Aangezien sedert zijn verlies der bij art. 19 ver-
«melde vereischten geene openbare raadsvergadering
«werd aangekondigd en deze kennisgeving alzoo