304
«tijdig genoeg, naar zin en letter der wet, tot uwe
«eerstvolgende vergadering kon worden uitgesteld, zoo
«acht hij zich daarmede volkomen in den regel en
«heeft de eer hoogachtend te zijn
UwEd. Achtb. I)v. Dienaar.
J. F. DE BOOIJ.
Breda, 4 Augustus 1892.
Dit schrijven wordt voor kennisgeving
aangenomen.
Vervolgens stelt de voorzitter aan de orde:
A. Ingekomen stukken:
1. Missive van de Commissie voor de gemeente
reiniging alhier, dato 15 Juli 1892, daarbij te kennen
gevende, dat van af 1 Juli 1884 de betrekking van
directeur der gemeente-reiniging tijdelijk door den
gemeente-architect wordt waargenomen tegen eene
belooning van 10 van het goed slot der rekening,
tot een minimum van f 300; dat die ambtenaar
meermalen verzocht heeft van de waarneming dier
betrekking ontheven te worden, en thans op goede
gronden verklaard heeft dat hij die functie niet
langer dan tot 1" Januari a. s. kan waarnemen; met
voorstel eene oproeping te doen van sollicitanten
voor de betrekking van directeur der gemeente
reiniging.
De voorzitter vraagt, of de Raad het dagelij ksch
bestuur kan machtigen eene oproeping van sollici
tanten te doen.