305 Op welke voorwaarden vraagt de lieer Sassen? De belooning is steeds geweest antwoordt de voorzitter 700 plus een veranderlijk inkomen tot een minimum van f 300. De lieer Guljé' zegt, dat de wedde bij verordening geregeld is. Een ander punt wenscht spreker echter in overweging te geven, namelijk om den nieuwen functionaris borgtocht te laten stellen, b. v. 1000. De lieer Van Dam vraagt, welk bedrag de direc teur onder zich heeft. De rekening antwoordt de heer Guljé loopt over f 22.000 a f 23.000, doch in kas heeft de directeur hoogstens 1200 a 1300. Dan wenscht de heer Van Dam voor te stellen den borgtocht te bepalen op 1500, ook op grond dat de ontvangsten gaandeweg vermeerderen. Na eene verdere korte bespreking van dit punt door de heeren Guljé, Sassen, Teijchiné en Heij- laerts, verklaart de heer Klei» het voorstel van den heer Van Dam te steunen. Daarop brengt de voorzitter het voorstel van den heer Van Dam, om den borg tocht te bepalen op 1500, in stemming, waarvan de uitslag is, dat dit voorstel wordt aangenomen met7tegen6stemmen. Vóór waren de heeren Sassen, Nelissen, Klep, Van Dongen, Van Dam, Van Mierlo en Heijlaerts.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 305