307 bijgevoegd, alle aanmerkingen te voorkomen. l)ie aanmerkingen zijn geweest, dat vaak groote onzinde lijkheid vóór den kelder werd waargenomen, maar vooral dat eenmaal brand in don kelder was ontstaan een ongeval alleen voldoende om het besluit van den Raad volkomen te rechtvaardigen. Hetzelfde motief geldt ook nog thans. Wel zou voor eene afwijzende beschikking mede in aanmerking kunnen gebracht worden dat de kelder vroeger aan huur opbracht 101,per jaar en de tegenwoordige adressant niet gaarne meer dan ƒ25,zou betalen, doch afgeschei den van eiken huurprijs, zeggen ten slotte burge meester en wethouders, blijft het hun noodzakelijk voorkomen, dat de Raad zijn besluit van 16 October 1886 zal handhaven en alzoo het verzoek van adres sant niet zal toestaan. De voorzitter vraagt, of de Raad zich met dit schrijven vereenigen kan. Zonder bedenking wordt daarop beslo ten afwijzend op het adres te beschikken. 5. Namens burgemeester en wethouders wordt door den voorzitter aangeboden de rekening dezer gemeente over 1891 en bijlagen, bedragende de ontvangstenƒ423.86911'' en de uitgaven- 440 636.77'' Zoodat de rekening een nadeelic/ slot oplevert van 16.767.66 De ontvangsten uit het legaat van Dr. van Cootii hebben bedragen ƒ13.924.88* en de uitgaven-13.025.56 Weshalve het goed slot daarvan beloopt 899.32*

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 307