314 ter vervulling der openvallende plaatsen, den heer Commissaris der Koningin voornoemd, worden opge geven de volgende heeren: a. Ch. Verkaar en K. G. Oukoop. b. C. van dex Eeden en J. M. Rosman. c. If. A. Sassen en R. C. van Dongen. 7. Nader voorstel van den heer Rombouts in zake van de inventarisatie der Bank van Leening. Bedoeld voorstel is van den volgenden inhoud: »>l)e ondergeteekende heeft de eer den Raad der «gemeente Breda het volgende gewijzigde voorstel »te doen. »De Raad besluit: 1°. »Dat de generale rekening en verantwoording, «bedoeld bij art. 9 van het reglement, volgens het- «welk de Bank van Leening te Breda zal worden «bestuurd door eene administratie van liefdadigheid, «overeenkomstig Zijner Majesteits besluit van den «3'lsten October 1826, Nu. 132 (gewijzigd), om de «drie jaar zal moeten vergezeld gaan van eenen «inventaris van alle op het einde van dat tijdvak «in de Bank aanwezige panden, vergezeld van de «verklaring, dat de panden, die volgens de registers «in de Bank aanwezig moeten zijn, bij het opmaken «van den inventaris werkelijk voorhanden zijn be- vonden, terwijl dit voor de eerste maal zal geschieden «bij het einde van het dienstjaar 1895. 2'. «De administratie der Bank te machtigen ten «koste der Bank zich een of meer personen te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 311