32!) Art. 17. Art. 18. Art. 19. gemeenteraad, één door concessionarissen en de derde door beide eerstbenoemden, of, ingeval daarin geene overeenstemming mocht worden verkregen, door den kantonrechter te Breda. Bij de taxatie zal worden gelet op het doel waarvoor toestellen en draadver bindingen dienen, op de kosten van waardevermin dering door het gebruik, maar niet op de winsten of verliezen van de onderneming. Ingeval de naasting, bedoeld bij art. 16 niet ge schiedt en de concessie intusschen niet is verlengd, zijn de concessionarissen verplicht tot wegneming van al hetgeen door hen is daargesteld, en zulks op de wijze en binnen den termijn daarvoor door den gemeenteraad te stellen, en dat bijaldien die weg ruiming binnen dien termijn niet geheel mocht liehben plaats gehad, burgemeester en wethouders bevoegd zijn, zonder eenige ingebreke stelling, daartoe voor rekening van de concessionarissen over te gaan. De gemeente heeft de bevoegdheid, één jaar vóór de expiratie der concessie, om geleidingen te maken of vergunning daartoe te verleenen nog gedurende den tijd der tegenwoordige concessie, wanneer de gemeente, tegen afloop daarvan, besluit zelve de exploitatie over te nemen of eene nieuwe concessie aan anderen te verleenen. Bij bet intrekken der concessie volgens art 15 vervalt het waarborgfonds aan de gemeente,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 329