349 Na een ontkennend antwoord van den voorzitter ontvangen te hebben, verklaart de heer Rombolts niet te begrijpen, hoe dan de pers kan zeggen dat het water goed is, en van het dagelijksch bestuur kan verlangen om verder te gaan, zoolang het resul taat niet bekend is. De voorzitter zegt, dat men zich getroosten moet al hetgeen wat in de couranten geschreven wordt. Van wege de gemeente wordt door verbetering van straten, wegen, riolen enz. al liet mogelijke gedaan wat strekken kan om de gemeente gezond en aan genaam te maken. De lieer Heijlaerts wijst op het l'eit, dat het water van vele pompen is afgekeurd en wenscht nu hijzon der die pompen te zien aangeduid. De voorzitter geeft de toezegging, dat aan dien wensch zal voldaan worden. Den heer Van Hal komt het voor, dat liet onder zoek van het water lang duurt en meent dat in de gegeven omstandigheden, bij liet dreigen eener zoo vreeselijke ziekte, wel spoed mocht betracht worden. Spreker noemt het eene wijze daad der gezondheids commissie om maatregelen ter bestrijding aan te bevelen en hem heeft het genoegen gedaan te ver nemen, dat liet dagelijkseh bestuur die zal toepassen. Maar nu moest er ook zoo spoedig mogelijk op ingewerkt worden om het resultaat van het onderzoek te kennen, want wordt daarmee gewacht, dan wordt het misschien December. Spreker geeft daarom in overweging een schrijven te richten aan hem, die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 349