f 24124.— 6980.— 364 »stelt voor méér buitengewone uitgaven, en misschien «zeer aanzienlijke. «Daarom is het beter geoordeeld vooreerst nog «slechts tijdelijk geld te leenen en in het volgend »jaar eene vaste leening aan te gaan tot het bedrag »dat alsdan zal blijken noodig te zijn. »Om de buitengewone uitgaven aan openbare wer- »ken over bet loopende jaar te bestrijden, is echter »de primitief tijdelijk geleende som van f 25.000 «niet voldoende. »De begrootingsposten over 1892 wijzen tot dusverre »aan «Gewone openbare werken «Verbouwing woningen in Karne- »m eikstraat «Bestrating enz. aan nieuw Bechts- «gebouw «Veranderen van pompen en 't maken «van putten - 18690.— - 3000.— f 52794.— «Het is derhalve noodig minstens f 50.000.te «leenen. «Naar aanleiding van het bovenstaande hebben wij «de eer U te verzoeken te besluiten, dat tijdelijk van «de Amsterdamsche Bank zal geleend worden de som «van vijftig duizend gulden, en wel voor den tijd «van primo October 1892 tot 1 April 1893, berekend «tegen vier ten honderd per jaar. «Bereids hebben wij van de Amsterdamsche Bank «de mededeeling ontvangen, dat zij bereid is dit voor sschot te leenen." Na eenige onderlinge bespreking van dit onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 361