388 »1" aanvullingskohier hoofdelijke Omslag ovei' 1891 f 39.38 »2" 1891 - 28.71"' «Hondenbelasting over 1891 - 211. «Schoolgelden over 1891 - 83.85. «Hoewel deze. cijfers als hoog zijn aan te merken, «vermeent de commissie toch, na raadpleging der «overgelegde bescheiden, den Raad te moeten \oor- «stellen, al de staten van oninvorderbare posten, «goed te keuren. «Uwe commissie heeft de verschillende posten der «rekening van ontvangsten en uitgaven zooveel mo- «gelijk nagezien en vergeleken met de daartoe be- «hoorende haar overgelegde bescheiden. «Dat onderzoek heeft aanleiding gegeven tot de «navolgende opmerkingen. «In hoofdstuk II, bijlage van de rekening N°. 236, ko- «men voor onder de verschotten van den gemeente-ont- «vanger eenige kleine posten, welke alleen betrekking «hebben op uitgaven wegens kantoorbehoeften van «dien ambtenaar, als enveloppen, garen, touw, pennen, «kardoezen en dergelijken. «De destijds vigeerende instructie voor den ge meente-ontvanger, (ld. 20 December 1802, zegt in artikel 23: «De ontvanger ontvangt van den secretaris, voor «rekening der gemeente alle losse gedrukte stukken, «staten, registers, enz. «Alinea 2 bepaalt: «In alle verdere behoeften van zijn bureau, wordt «door hem voor eigene rekening voorzien. «De hierboven genoemde uitgaven voor kantoor- «behoeften kunnen dus niet ten laste van de ge- «meente worden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 388