Den 8. October 1892. Tegenwoordig de heeren: "VAN IIAL, DE BONT, SASSEN, ROMBOUTS, YREEDF, HEIJLAERTS, NELISSEN, TEIJCHINË, BACKER, KLEP, VAN DONGEN, VAN DAM, MATHON en GULJÉ. Afwezig de heeren: mr. E. DE MAN Ez., burge meester, wegens ziekte, .1. A. VAN AKEN, wethouder, wegens zitting der lotingscommissie voor de nationale, militie, en mr. J. II. VAN MIERLO. Open twee zetels. Het voorzitterschap wordt waargenomen door den heer wethouder E. H. A. GULJÉ. De notulen van liet verhandelde in de vergadering van den 24sten September 1892 worden gelezen en goedgekeurd. De voorzitter stelt aan de orde: A. Ingekomen Stukken. 1. Missive van het Heernraadschapsbestuur van de Mark en Dinteldato 23 September 1892, N". 1039, daarbij te kennen gevende, dat, volgens den bestaanden rooster, de heer mr. J. H. van MierLo,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 393