396 Het onderzoek afgeloopen zijnde, rapporteert de commissie, bij monde van den heer Van Dam, dat de overgelegde stukken in de vereischte orde zijn bevonden en mitsdien tot de toelating van den heer A. J. A. Verschraage wordt geconcludeerd. Vervolgens wordt, overeenkomstig de conclusie van het rapport, besloten den heerA. J. A. Verschraage als lid van den Raad dezer gemeente toe te laten, daarvan aan de Gedeputeerde Staten dezer provincie en den toegelatene kennis te geven, en laatstgenoemde met inachtneming van het bepaalde bij art. 38 der gemeentewet, tegen eene volgende vergadering op te roepen, om te worden beëedigd en zitting te nemen 4. Benoeming van een bureau van stemopneming bij de aanstaande verkiezing van een lid van dezen Raad. (Vacature wijlen mr. A. C. D. Pels Rijcken). Tot stemming overgegaan zijnde, worden benoemd: tol 1ste lid: de heer J. A. J. W. van Hal, met 9 van de 14 uitgebrachte stemmen. De heer Mathon verwierf 4 stemmen en de heer Vreede l stem. tot 2de lid de heer mr. T. Matiion met 11 van de 14 uitge brachte stemmen. De heer Vreede verwierf 3 stemmen. tot plaatsvervangende leden, lste lid: de heer J. E. Vreede, met 13 van de 14 uitgebrachte stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 396