398 »Ad 2." »De verrekening van den post Willemse is ge- grond op liet tarief der aanbestede onderhoudswerken. »Naar hetzelfde beginsel is de afrekening geschied «met Van Pelt." »Ad 3." »In zake het nog te verhalen schoolgeld, ad f 140.50, «deelen wij mede de verklaring van den betrokken «ontvanger, dat altijd aan, den debiteur aanmaningen »zijn gezonden, zonder ander gevolg dan beloften, »en dat toen ten slotte een dwangbevel was uitge vaardigd, de staat van faillissement intrad. Nu bad »wel is waar vroeger de vervolging moeten worden »dóórgezet, en ook hadden- de kinderen van de school «kunnen verwijderd worden, maar tot die uiterste «maatregelen is niet overgegaan, eenerzijds omdat «steeds gehoopt werd op een beteren toestand, zon- «der welken toch niet de gewenschte betaling zou «verkregen zijn, en anderzijds, omdat het geenszins «in het belang van het onderwijs der kinderen zou «geweest zijn, indien zij in den loop van een cursus «de school hadden moeten verlaten." De voorzitter vraagt, of de Raad besluiten kan tot goedkeuring der rekening. De heer Heijlaerts acht liet argument sub 3 ge noemd zwak en niet in overeenstemming met de verordening. Een precedent ten deze mag niet ge steld worden voor volgende malen. De heer Matiion handhaaft, ook namens de andere leden der commissie, de in het rapport vermelde bezwaren. Naar sprekers overtuiging, heeft de ont vanger, krachtens de bepalingen der verordening,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 398