39 kende in de begrooting dier administratie af te schrijven van: Hoofdstuk I, art. 4 b (kosten van drukwerk enz.) f 17.— IV, afd. 1, art. 1 (bedeeling in geld) 99. IV, afd. 1, art. 2 (idem in brood) 14. IV, afd. 2, art. 1 (kostgelden van bestedelingen) 13. Samen 143. en van die som over te schrijven op: Hoofdstuk II, art. 1, (onderhoud van gebouwen) f 74. IV, afd. 1, art. 3 (kleederen enz.) 69. Samen f 143. Wordt zonder bedenking besloten, de gevraagde machtiging te verleenen. 10. Adres van het kerkbestuur der Nederlandsche Israëlitische gemeente te Breda, dato 29 Januari 1892, te kennen gevende, dat door hunne gemeente in gebruik is eene begraafplaats op een afstand van ruim twee uren van Breda, waarvan de onhoudbare toestand reeds in gewone tijden maar vooral nu bij de vele sterfgevallen gevoeld wordt; met verzoek aan hunne gemeente tot het oprichten eener begraaf plaats, kosteloos, een stuk gemeentegrond in bruik leen af te staan, waartoe door de slechting der vesting voldoende gelegenheid is. De voorzitter stelt dit adres aan de orde. De heer Van Mierlo doet opmerken, dat de ge slechte vestinggrond niet het eigendom is der ge meente Breda, en is mitsdien van oordeel, dat adressanten zich zullen moeten wenden aan het do- meinbestuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 39