410 13. Missive van Z. Exc. den Minister van Financiën, dato 4 October 1892, N". 68, afdeeling domeinen, daarbij onder overlegging eener toelichting en kaart toezendende een ontworpen plan voor zoo- danigen aanleg van den vestinggrond tnsschen de Nieuwe Ginnekenstraat en de algemeene gemeente lijke begraafplaats, dat zonder aanvoer van grond door het graven van vijvers, omgeven door grasvel den, beplantingen en wegen, het voor bouwterrein overschietende deel voldoende hoogte en voor den houw van heerenhuizen gunstige ligging verkrijge verklarende de Minister zich bereid de wegen te begrinten enz., mits de gemeenteraad zich verbindt om de grasvelden enz. te doen aanleggen, de wegen en gronden van den Staat over te nemen als terrein voor den publieken dienst bestemd en andere rege lingen. Ten slotte verzoekt de Minister spoedig be richt, ten einde de werken nog vóór of vroeg in den winter te kunnen aanbesteden, hetgeen den arbeiders in deze gemeente ten goede zou komen. De voorzitter zegt nadat de kaart onderling bezichtigd is, -dat de leden nog slechts eene opper vlakkige kennis van de zaak zullen verkregen hebben, en het daarom de vraag is aan welke commissie deze stukken zullen gezonden worden, hetzij aan de Bouwcommissie, of aan de Commissie voor het Val kenberg. Z. i. was het beter eene aparte commissie daarvoor aan te wijzen. De heer Rombouts meent, dat dewijl eene Bouw commissie bestaat, 't best is aan deze de stukken te verzenden, die dan ook den Raad zal kunnen voor lichten omtrent de kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 410