420 onder dankbetuiging aan zijne medeleden voor de welwillendheid van hunne zijde ondervonden. De voorzitter zegt ten zeerste te betreuren, dat de Raad achtereenvolgens twee leden moet verliezen, die zoo nuttig werkzaam waren, te weten den heer mr. Pels Rijcken, door overlijden, en nu ook den heer mr. Van Mierlo door het neerleggen van zijn lidmaatschap. Wanneer wordt teruggedacht aan beider groote werkzaamheid, dan wordt het besef levendig wat de Raad in hen missen zal. Spreker hoopt echter dat hunne plaatsen op hun waardige wijze zullen ingenomen worden. De heer Sassen herinnert, dat de heer Van IIal reeds in de vorige vergadering heelt aanbevolen te voorzien in de vacaturen, ontstaan in commissiën door het overlijden van den heer Pels Rijcken, en wijst er op, dat weer nieuwe vacaturen ontstaan door het bedanken van den heer Van Mierlo. Spreker neemt hieruit aanleiding in overweging te geven om nog in deze vergadering in alle die vacaturen te voorzien. Het zijn de commissiën voor waterleiding, Valken berg en anderen die onvoltallig geworden zijn. De heer Heijlaerts beaamt ten volle wat de voor zitter gesproken heeft omtrent het verlies van de heeren Pels Rijcken en Van Mierlo een verlies dat hij bijna onherstelbaar zou durven noemen. Moet de eerste voor altijd gemist worden, omtrent den heer Van Mierlo wenscht ipreker aan te bevelen, dat de Raad pogingen zal doen om hem op zijn besluit te doen terug komen. Wel gelooft spreker dat als de lieer Van Mierlo niet met werkzaamheden gesurchargeerd wordt, hij weer wel genegen zal worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 420