430 «Kunnen voor onderzoek schépen Dintel en Roode «Vaart twee geneeskundigen Amsterdam bekomen, »elk vier honderd gulden per maand. Keurt gij «goed wij hen engageeren voor ééne maand?" De heer Heijlaerts prijst aan, bet plan te volgen, 't Is een feit zegt spreker dat vooral de schippers de ziekte verspreiden, 't Kan 1111 op enkele guldens niet aankomen. Wat Prinsenhage aangaat: deze ge meente mag eer meer doen dan minder, want in de korte nabijheid der suikerfabriek zijn verschillende woningen gelegen, ressorteerende onder Prinsenhage. Wel mag het bestuur dier gemeente er op gewezen worden dat haar belang zeer groot is bij den te nemen maatregel. De voorzitter vraagt, of de Raad besluiten lean toe te treden in het voorstel vervat in het voorgelezen telegram. Niemand bedenking té kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. De voorzitter komt alsnu terug op zijn voorstel omtrent de najaarsmarkt. De heer Van Dongen zegt, dat toen de eerste geneeskundige rapporten waren ingekomen, hij het tot zijn plicht als raadslid gerekend heeft zijne stem te doen hooren tegen het houden der najaarsmarkt om zoodoende de goede ingezetenen zooveel mogelijk te vrijwaren tegen de dreigende ziekte. Spreker is niet gekant tegen kermis en vermaak. Enkel stond hem toen voor oogen het welzijn der ingezetenen, die hij van harte hun genoegen gunt. Thans luiden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 430