431 de adviezen andermaal ongunstig, en, consequent aan de vorige maal, verklaart spreker zich ook nu weer aan de strekking daarvan te moeten aansluiten. De heer Van Hal kan niet dan onderschrijven wat de rapporten behelzen en aanbevelen. Die rapporten hebben hem genoegen gedaan en de Raad zal wel ten deze in het gezag der geneeskundigen berusten. Maar wat spreker ook onderschrijft is het gesprokene door den heer Mathon. Wanneer alle maatregelen van voorzorg genomen en zelfs aan de monding der rivier de schepen in observatie gesteld worden, dan mag het scherpste toezicht op wie van elders in Breda zouden komen niet ontbreken. De voorzitter heelt herinnerd dat de burgemeester ziek is, maar bij de goede verstandhouding welke in het dagelijksch bestuur bestaat, gelijk de voorzitter te dien aanzien gesproken heeft van liet tres faciunt collegium, twijfelt spreker niet, of de waarnemende burgemeester zal weten te handelen in de omstandig heden waarin nu de gemeente verkeert. Geen uit zondering moet gemaakt worden. En ter bevordering van het doel stelt spreker voor, de beide genees kundige brieven aan de locale pers in afschrift uit te reiken, den burgemeester aanbevelende een rappel daarvan aan het volk te richten. Vervolgens wordt besloten, afwijzend op bet verzoek van adressanten te be schikken; gevende de voorzitter daarbij de verzekering, dat ten beste zal ge handeld worden. fi. Twee besluiten van de Gedeputeerde Staten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 431