448
der school, met hoofdacte, jaarwedde f 1000.
b. een tweede onderwijzer met hoofdacte, jaarwedde
f 900.
c. een derde onderwijzer met hoofdacte, jaarwedde
f 800.
Aan de scholen met zes klassen zijn:
a. een eerste onderwijzer, plaatsvervangend hoofd
der school, met hoofdacte, jaarwedde f 1000.
b. een tweede onderwijzer met hoofdacte, jaarwedde
f 900.
Aan de school voor meer uitgebreid lager onder
wijs voor meisjes:
een eerste onderwijzeres, plaats\ ervangend hoofd
der school, met bevoegdheid voor de vakken a-k,
jaarwedde f 750.
De heer Guljé wijst op de afwijking welke dit arti
kel aanbiedt met den bestaanden toestand en stelt
de voordeelen der nieuwe regeling in het licht.
Dit artikel wordt daarop goedgekeurd.
Artikel 3.
De jaarwedde der overige onderwijzers en onder
wijzeressen met bevoegdheid voor de vakken a-j en
a-k van art. 2. der wet op liet lager onderwijs be
draagt als minimum f 500; na drie jaren hier of
elders aan eene school werkzaam te zijn geweest
wordt de jaarwedde met f 100 verhoogd en gebracht
op f 600.
De jaarwedden der onderwijzers aan de herhalings
scholen bedragen f 100.
De heer Van Dam maakt opmerkzaam, dat in
het gedrukt ontwerp ééne zinsnede ten onrechte tus-
schen twee haakjes geplaatst is.
