456
Op voorstel van den voorzitter wordt eene com
missie van drie leden benoemd tot het onderzoeken
van de geloofsbrieven en het doen van verslag, te
weten de beeren Van Dam, Sassen en Rombouts.
De benoeming geschiedde, op verlangen van den
Raad, door den voorzitter.
De bedoelde commissie zich tot het volbrengen
liarer taak verwijderd hebbende, wordt de vergadering
voor eenige oogenblikken geschorst.
Het onderzoek afgeloopen zijnde, rapporteert de
commissie, bij monde van den heer Van Dam, dat
de overgelegde stukken zijn nagezien en in de ver-
eischte orde bevonden, zoodat tot de toelating van
den heer K. G. Oukoop wordt geconcludeerd.
Vervolgens wordt, overeenkomstig de
conclusie van het rapport, besloten den
heer K. G. Oukoop als lid van den Raad
dezer gemeente toe te laten, daarvan
aan de Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie en den toegelatene kennis te geven,
en laatstgenoemde met inachtneming
van het bepaalde bij art. 38 der gemeen-
wet tegen eene volgende vergadering-
op te roepen, om te worden beëedigd
en zitting te nemen.
2. Missive van de Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant, dato 27 October 1892, G, N". 6, 2de afdeeling,
3de bureau, geleidende een adres van Mevr. de wed.
J. J. Laurijssen, in beroep komende van een besluit
van dezen Raad, waarbij haar aanslag in den hoof-