459 «pensioen worden toegekend, en concludeert mits- »dien de commissie dat aan adressant zal worden, «kennisgegeven, dat er geen termen bestaan om aan »hem eenig pensioen te verleenen. »Aldus gerapporteerd den 19. November 1892." J. J. NELISSEN, loco-vo'orzitter. J. H. VAN MIERLO, secretaris. De voorzitter vraagt, of de Raad zich met de con clusie van bet rapport kan vereenigen. De heer Van Dongen stelt daarop voor, om wan neer de belanghebbende geen recht heeft op pensioen, hem dan voor eens eene gratificatie toe te staan. De voorzitter doet opmerken dat dit geen gebruik is. De heer Van Dam wenscht niet te treden in de omstandigheden, maar ten aanzien der toelage zou spreker wel verlangen, dat eerst het gevoelen van burgemeester en wethouders wierde ingewonnen. De heer Nelissén zegt, dat de beoogde toelage zou moeten komen uit de gemeentekas en het dagelij ksch bestuur niet bij machte is meerdere inlichtingen te geven dan den Raad bekend zijn geworden. De voorzitter verklaart deze zienswijze te deelen. De heer Van Dongen trekt daarop, naar aanleiding van het gesprokene, zijn voorstel in. Alsnu herhaalt de voorzitter zijne hiervoor gedane vraag, waarop wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 459