45 zijn ingesteld, geheel te huis behoort hij de politie. Maar konden dit jaar gaat spreker voort doel treffende maatregelen genomen worden, om het carnavalvieren tot het minst mogelijke te beperken, dan zou dit strekken in het belang van de gezondheid in Breda. Vordert carnaval alle jaren offers, zeer zeker zal dat getal dit jaar grooter zijn, gelijk spreker nader aantoont. Spreker wenscht dan ook aan het bevoegd gezag in overweging te geven om tot de Bredasche bevolking eene proclamatie te richten, waarbij een beroep wordt gedaan op den steun van alle weklenkenden om het houden van carnaval na te laten, alsook op de medewerking van sociëteiten om in die dagen geen openbare uitvoeringen te geven. Voor hen die het nut van den maatregel beseffen, zal hierin eene aansporing gelegen zijn dien op te volgen, en zij, die dit minder beseffen, zullen in het gegeven voorbeeld aanleiding vinden tot beperking. De voorzitter wenscht daarop het voorstel van den heer Van Dam in stemming te brengen, doch deze verklaart, dat hij niet zoozeer van het door hem gesprokene een voorstel heeft willen maken. Enkel beoogde spreker de zaak aan te bevelen aan de zorgen van burgemeester en wethouders. De heer Vreede wenscht, in verband met hetgeen door de vorige sprekers is in het midden gebracht, voor te stellen de zaak geheel over te laten aan de prudentie van burgemeester en wethouders. Met dat voorstel vereenigt zich de raad, terwijl de voorzitter alsnog, namens burgemeester en wet houder", verklaart, dat gaarne van de zijde van dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 45