Den 26. November 1892.
Tegenwoordig de heeren: VAN HAL, SASSEN,
ROMBOUTS, VREEDE, VAN MIERLO, VAN DAM,
VERSCHRAAGE, VAN DONGEN, KEEP, TEIJCHINÉ,
GULJÉ, BACKER, NELISSEN, HEIJLAERTS,
MATHON en VAN AKEN.
Afwezig de heeren: mr. E. DE MAN Ez., burge
meester, wegens ziekte, en P. A. F. DE BONT.
Open één zetel.
Het voorzitterschap wordt waargenomen door den
heer wethouder J. A. VAN AKEN.
De notulen van het verhandelde in de vergadering
o o
van den 19den November 1892 worden gelezen en
goedgekeurd.
Alvorens wordt overgegaan tot de behandeling der
gemeente-begrooting, dienst 1893, stelt de voorzitter
aan de orde:
1. Missive van den heer ingenieur van 's Rijks
Waterstaat te Breda, dato 21 Juni 1892, N°. 3141B/96,
te kennen gevende, dat bij de behandeling van adressen
van particulieren, betrekking hebbende op het in
deze gemeente gelegen gedeelte van den rijksweg