479 daarna niet ordelijk. Spreker steunt het gevoelen van den heer Rombouts. Wel eens gaat spreker voort is door hein het woord modderen genoemd, maar, zooals nu weer blijkt, niet ten onrechte. Door hem wordt verlangd eene omschrijving van de diensten, rang, wedde enz. van de ambtenaren, om daarna te beoordeelen, of de regeling goed is. •De heer Guljé weerspreekt, dat de verordening zou zijn in het ongereede geraakt. Zij is enkel altijd aan veranderd. De heer Heijlaeuts houdt het door hem gesprokene staande. De heer Rombouts formuleert zijn denkbeeld in het voorstel, om de zaak te laten gelijk zij is en eene nieuwe verordening af te wachten. De heer Nelissen houdt dit in de praktijk voor onmogelijk en wijst op den heer Roovers, aan wiens ambt vroeger slechts f 700 verbonden was. De heer Teijchiné meent dat, wanneer de veror dening komt, het niets afdoet, dat de heer Roovers tijdelijk 700 zou genieten. De voorzitter maakt daarop opmerkzaam, dat de heer Roovers op f 900 is aangesteld. De heer Racker herhaalt zijn voorstel om over artikel 5, zooals het door burgemeester en wethou ders is voorgedragen, in zijn geheel te stemmen. De heer Van Mierlo zegt, dat de voordracht niet is dan eene voorloopige regeling en deze kan aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 479