483 althans de bestaande verordening zulks niet in den weg staat. Antwoord. Zoodra de nieuwe trambrugin gereedheid zal zijn, zullen burgemeester en wethouders den Raad een voorstel doen omtrent den brugwachter, in verband met de verordening vastgesteld den 10. October 1891. In den korten daar nog tusschenliggenden tijd geven burgemeester en wethouders in overweging den be- staanden toestand te handhaven. De heer Guljé zegt, dat als de nieuwe trambrug gereed is, eene nieuwe regeling tot stand moet komen. Punt 4. De meerderheid der leden in twee sectiën verklaren zich tegen de voorgestelde verhooging van de jaar wedde van den inspecteur van politie. In de andere sectie evenwel kan men zich algemeen met die ver hooging vereenigen. Eenige leden eener sectie hebben vernomen dat agenten van politie buiten dienst zijnde, docli gekleed in uniform, geene diensten be hoeven te presteeren. Dringend wordt verzocht hierin verandering te brengen en tevens den commissaris en inspecteur er op te wijzen, dat de controle der agenten veel te wenschen overlaat. Antwoord Gedurende 7 jaren heelt de inspecteur van politie de wedde van marktmeester ad ƒ200 genoten. Thans gaat deze voor hem verloren, ten gevolge van een gewijzigd begiip. In zijne diensturen vervulde hij die betrekking en nu komt de gewonnen tijd ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 483