513 de oprichting van eene openbare slachtplaats. Spre ker ondersteunt het voorstel van den heer Klep in zooverre dat hij niet de som, maar den post voor memorie wenscht te zien uitgetrokken. De heer Vreede vraagt, of voor de oprichting ook geld te vinden is? In een memoriepost ziet spreker niet veel heil. Komt de post op de begrooting, dan moet eene som daarvoor worden uitgetrokken. De voorzitter acht het best de zaak bij stemming uit te maken. De heer Rombouts verklaart, met het oog op den toestand der financiën en de noodzakelijkheid van door belasting een tekort in de begrooting te moeten dekken, te zullen tegenstemmen. Eerst wenscht spreker de waterleiding te zien afgewerkt, om inmiddels zaken, die men wel wenschelijk doch niet zoo dringend noodig kan noemen, zoolang te laten rusten. De heer Nelissen zegt dat, al zal door hem tegen het voorstel van den heer Klep gestemd worden, hierdoor zijnerzijds niet geprsejudicieerd wordt, als later het plan in behandeling zal gesteld worden. Daarop brengt de voorzitter het voor stel van den heer Klep, om f 12000 in de begrooting voor 1893 uit te trekken tot vestiging eener openbare bad- en zweminrichting, in stemming, waarvan de uitslag is, dat bedoeld voorstel ver worpen wordt met 8 tegen 7 stemmen- Vóór waren de heeren: Matiiox, Geljé, Teijciiiné, Backer, Klep, Verschra age en Vreede.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 513