515 het werk steeds naar wensch. Waarom vraagt spreker wordt niet méér de dienst van liet garni zoen ingeroepen? De voorzitter zegt, dat bij den jongsten brand de brandweer goed voldaan heeft. Een vorige maal echter waren defecten aan de zuigstangen. Dikwijls v.alt brand iu den nacht voor en dan gaat soms niet alles zoo vlug en goed. In andere landen is de brandweer geheel in handen van de militairen. De lieer Verschraage vraagt, waarom niet méér de hulp der militairen wordt ingeroepen. Waarop de voorzitter antwoordt, dat dit steeds geschiedt als het noodig is. De heer Van Dam zou wel willen vernemen, of er klachten zijn ingekomen, dat niet de hulp der mili tairen gevraagd is. Wat hier gezegd wordt, vindt weerklank naar buiten en het krijgt de schijn alsof de brandweer zou verstoken blijven van militaire hulp. De brandweer der gemeente staat voorop, en dan volgt de militaire medewerking, die altijd be reidvaardig verleend wordt. Bovendien kan de bur gemeester hulp requireeren, maar het moet niet voor gesteld worden, alsof de militairen miskend worden. De voorzitter erkent, dat van militaire zijde, des gevraagd, steeds met alle bereidvaardigheid hulp verleend wordt. Punt 18. Door eenige leden eener sectie wordt de vraag gesteld of, daar in 1891 een bedrag van f 2.06

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1892 | | pagina 515